dinsdag 19 maart 2019

A DEAD PARROT, adequate description of barbie van de griend


Soms had ik behoefte aan een serieus gesprek met mijn moeder, maar aan haar prietpraat en dronken ijdele geklets had ik geen boodschap. Mijn moeder is een ongehoord domme vrouw, ze ziet, leest, hoort, ruikt of weet niets wat wel de moeite waard is. Ze valt voornamelijk op mannen die ooit meenden de eerste onder gelijken te zijn, narcisten zoals zij maar dan extravert. Ook zij hebben en kennen maar 1 belang: eigen belang. 
Babara, mijn ma. Ik heb mijn hele jeugd heel wat met haar te stellen gehad. Toen ik nog een kleuter was zette ze bijvoorbeeld tijdens het voeren haar eigen mond open in plaats van de mijne. Op een dag nam ze mij mee naar de speeltuin. Terwijl ik in een draaiend wiel liep kreeg ze jan in de gaten, die haar ook even observeerde. Baba raakte zo in vervoering van lange jan dat ze tijd en ruimte leek te vergeten. Ik werd moe van het draaiende wiel; ik was tenslotte nog maar 7 jaar. Mijn beentjes stapten al zeker tien minuten door op dit wonder van techniek, een draaiende ja-knikker. Na een poosje riep ik haar: "BABA ! BABAAAAAAA ! Ik wil eruit, dit wiehiel !" Verdwaasd liep zij naar mij en zo werd het wiel afgeremd door haar hoofd. Baba heeft geen klap van de molen gehad, maar een klap van het wiel !

En maar kakelen over haar posisie als raadsheer, opperrechter, en hoe eenzaam ze wel niet was. Vaak huilde Baba. Zij pinkte geen traantje weg. Ik heb het over tranen met tuiten. Na Baba was ik voorbestemd voor een studie psychologie. Dat kun je wel denken. Daar leerde ik het volgende: veelvuldig janken en zielig doen zijn de symptomen van passief narcisme en een ontwijkende persoonlijkheidsstoornis. 

Enige tijd geleden heeft zij het zo bont gemaakt, dat ik besloot haar aan de dierentuin cadeau te doen. Verleden donderdag ben ik haar daar gaan bekijken. Ze hadden haar bij de vogelachtigen ondergebracht. Links van haar stond een buitenissige buizerd en rechts knabbelden struisvogels op maïs dat oppassers hen toewierpen. Even verderop hoorde je het speenvarken uit Limbabwe, GWilders, aandacht trekken. Ook een kleine pauw van 1.73 meter, TerriBidet, was akelig aan het schreeuwen. Mijn moeder trok wel wat bekijks: de papegaai zat naast een opgedroogde kunstvijver aan een uitspraak te schrijven. De zon scheen aangenaam en mijn moeder leek het niet kwaad te hebben. Ik wilde niet aanzien hoe dit zou aflopen en ben toen maar doorgelopen naar de apen. Die gapen elkaar ook na.
Sabine Haai

@@@@@@@@


👻👻👻👻👻👻👻👻🤖🤖@@~~👽👽👽👽👽👽👽👽👽💃🏽❤️❤️❤️❤️

REGELRECHT

Op mijn fiets zie ik dat het stoplicht op rood staat. Ik kijk goed om mij heen en besluit dat het geheel veilig is om door rood te fietsen. Soms word je gesnapt door de politie. Gaat er tergend langzaam zo'n raampje open en wordt er gevraagd of het gebruikelijk is dat je door rode stoplichten rijdt. Of anderszins laat een agentje door middel van een pet opzetten of zich even breed maken zien dat zij zogenaamd heer en meester zijn op de straat, daarbij zelf veel te vaak door rood rijdend en af en toe 
zelfs een ongeluk veroorzakend. Zo is een meisje van zes in mijn buurt in Den Haag door een te hard door rood rijdende politie-auto aangereden: gebroken been en erger.

"Ja, als ik vind dat het veilig is, dan rij ik erdoor heen."
Een agent verwacht zoiets niet, maar na een poosje komt dan het: "als iedereen dat zo doet, dan wordt het een chaos."
"Nee, hoor, toen ik 5 was waren er minder stoplichten en regels en alles was veel ordelijker dan nu."
"U mag bij groen door het stoplicht."
"In de bijbel, Marcus 2 vers 27 staat: de sabbat is gemaakt om den mens en niet de mens om den sabbat. Het stoplicht is gemaakt voor de mens, niet de mens voor het stoplicht. Het stoplicht is een hulpmiddel om te zorgen dat je veilig verder kunt. Staat het licht op rood maar kun je desondanks veilig verder, dan is er geen reden te bedenken om dat niet te doen. Blijf je namelijk staan, dan geldt dat de mens voor het stoplicht is gemaakt, en niet het stoplicht voor de mens."
Meestal krijg ik dan toch een bekeuring.

Eigenlijk geldt dit voor veel meer: "Regels zijn er voor een mens en een mens is er niet voor de regels".
Dat gaat mij tegenstaan, die ziekelijke regelzucht in Nederland (en elders), bijvoorbeeld inzake het naar school gaan van de kinderen. Het lijkt langzamerhand of van alle activiteiten in Nederland, van het werk tot en met de school een gevangenis gemaakt wordt. Regels verstikken, regels verdwazen. Verdonk misbruikt regels om mensen vast te zetten en te laten vermoorden in het land van her/afkomst.

Het wordt tijd dat iedereen het mens zijn voorop stelt en dan pas regels, die overigens bijna altijd, als het kalf verdronken is, opgesteld worden.

Maarten 't Hart is een uitstekend jurist: laat je eigen rechtvaardigheid, onafhankelijkheid, vrijheid en rechtsgevoel bepalen hoe je in het leven staat en hoe je regels uitlegt en ermee om gaat.

Ook voor de overheid is dat een zeer belangrijke les: behandel mensen zoals je zelf behandeld wilt worden. Doe je dat niet, dan moet je maar denken aan 1933-1945.

@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@

WE ZULLEN WEL ZIEN, marten toonder

Dat was een aardig grafschrift, gezien tijdens mijn vakantie. 
"On verra bien". 
"Vediamo" stond op het grafzerk. Of grafsteen ? 


Ierland was hét punt. Altijd Ierland. Zo’n typisch land. Ik heb daar zevenenendertigeneenhalf jaar gewoond, en ik was eigenlijk een Ier. In Nederland kwam ik terecht in een land dat ik helemaal niet kende. Dit land is veranderd, als ik het zeggen mag. Het meest in de organisatie, in de ambtenarij, in de voorschriften. Al die dingen waren nieuw voor mij en 
daaraan gewend raken duurt lang.

Voor ik wegging, was Nederland een leuker land, ja, beslist. Dat ligt niet alleen aan de bureaucratie die is toegenomen, maar ook aan de instelling van de mensen. De mensen waren anders, losser, vriendelijker, aardiger. Het is allemaal strák geworden. Dat is een gevoel, hoor.

In Ierland kon de natuur sterker zijn dan de mens. Dat mis ik. In woorden is dat moeilijk te vatten. Je krijgt daar de overtuiging, de zekerheid, dat je bij de natuur hoort. Dat heb je hier niet. Niet meer.

In Nederland is dat romantische natuur zintuig verdwenen. De mens is hier erg veranderd. Alles wat een beetje romantisch is, is weg. Ook bij de jeugd zie ik geen romantiek, ook niet bij mijn eigen kleinkinderen. De techniek is erg belangrijk voor ze. En al die verhaaltjes, dat vinden ze maar tijdverlies. Het is allemaal business geworden, koud en koel.
Een deel van mij ligt nog daar, in mijn herinneringen aan Ierland. Maar ik geloof niet dat het gezond is om te kijken naar wat er achter je ligt.  Het doel van het leven is het leven zelf. En het leven zelf zo goed te leven als mogelijk is.

Heimwee naar vroeger is een gevaarlijk iets, want het verleden is er niet meer, behalve in je geest. Dit karkas is stof, het vergaat. Stof. Mijn idee was: je leeft om te evolueren, om er beter van te worden. Elke gebeurtenis is een les en die moet je als zodanig gebruiken. Als je zelf een fout maakt, dan moet je die niet wegpoetsen, maar dan moet je daar rekening mee houden, erkennen dat je dat rot gedaan hebt. Verbeter die fout als dat kan, want als je slecht doet, laat je een zwarte plek achter. En dat is lelijk. Ik heb meer fouten gemaakt dan zij.

Alle godsdiensten lijken zo ontzettend veel op elkaar. Het treffendst zijn de oosterse dingen. Boeddhisme. De islam is zo’n merkwaardig iets. Aan de ene kant valt het mee, want de koran is zo’n kinderlijk boek, waar ik niet veel wijzer van word. 
Angst krijg ik er zeker niet van, want het is niet het boek van de wraak waar het voor gehouden wordt. De koran is een heel onschuldig boek. Dan is de bijbel een stuk bloeddorstiger.

Boeddhisme is juist zo aantrekkelijk omdat het het slechte, het zwarte, gelijkstelt aan het witte. Nergens wordt gezegd: nou moet je in de hel, want je hebt iets kwaads gedaan. Het hoort erbij. Het licht kan niet zonder de schaduw.
Het doel van het leven is de evolutie van de hele aarde. Ik ben erin geslaagd om mij te verzoenen met het uitroeien van de sauriërs. Op de een of andere manier is hij uitgeroeid. Misschien heeft hij dat zelf gedaan. Zo goed als de mens bezig is zichzelf uit te roeien. Hij weet dat er niks van terecht komt als hij zo doorgaat. Maar de materie heeft hem in zijn greep. Pas door te sterven overwint hij de materie.

We denken dat de mens na de sauriërs kwam. Maar hij bestond al een tijd náást hen, als een klein ratje. Daaruit is de mens ontstaan. We voelen ons nu een hele piet dat we zoveel weten, maar alles loopt anders en niets ligt vast. Het enige dat zeker is, is de geest. En die geest zorgt ervoor dat wat je doet een doel heeft. Blijvend zijn je eigen slechte en goede dingen. Daarom geloof ik ook in reïncarnatie. Je gaat niet weg, maar je gaat door.

Ik ben een oude man en ze moeten mij met rust laten. Maar ik heb niet het recht om met rust gelaten te worden. Dat is akelig hoor.’

~~~~~~~~~

In 2006 heb ik de autobiografie van 1200 bladzijdes van Marten Toonder gelezen. Tussen 12 en 17 jaar heb ik al die Bommel en Panda (strip)boeken gelezen. Een paar hoogtepunten uit de autobiografie van Marten Toonder:

Ook heb ik vanuit het leger mijn grenzeloze afkeer van groepsverbanden en hordes verder ontwikkeld en de betrekkelijkheid van kameraadschap leren inzien. Ik herinner me, dat we na de oefening bajonetvechten op strozakken op de weg moesten verzamelen, met de bajonet nog op het geweer. Er zat een hondje aan de kant, dat op onze nadering blaffend opsprong, zodat Jaap Jonkers het dier met de zojuist geleerde bajonetstoot doorboorde. Er klonken enkele uitroepen en er vormde zich een groepje om Jaap, dat verwezen naar het bloedende hoopje aan zijn voeten stond te kijken. Daar was ik niet bij: ik ging neerslachtig op een hek zitten.

Waarschijnlijk was het de eerste keer dat bewust tot me doordrong wat de gevolgen van geweld in groepsvorm zijn -en ook hoe vreemd klein de afstand tussen goed en kwaad is. Jonkers was in de dagelijks omgang een aardige, zachtmoedige jongen.
Een miserabel soort schepping, dacht ik toen. Een opperwezen dat zulk gebroddel op zijn geweten heeft, is dom of slecht.
We waren in opleiding om officier in het Nederlandse leger te worden in een tijd van antimilitarisme, gewetensbezwaarden en gebroken geweertjes. Daarom kwam ik na enig gepraat tot een overeenkomst met Koornstra en Van der Molen om de verdere studie op te geven, en in ieder geval geen eed af te leggen. We waren geen van drieën zo fanatiek dat we dienst gingen weigeren; het ging meer om de overtuiging dat men zelfs als soldaat een individu kon blijven zonder martelaar te worden. Ik zakte voor mijn vaandrigsexamen. Triomfantelijk zocht ik Koornstra en Van der Molen op, maar toen wachtte me een teleurstelling. Ze waren allebei geslaagd en herinnerden zich onze afspraak niet. Er waren 800 leerlingen op de school voor reserve officieren -en die waren er allemaal goed doorheen gekomen, ook Jaap Jonkers. Ik was de enige gezakte. Als reservesergeant zwaaide ik verbitterd af met een toegenomen afkeer tegen groepsverbanden, een beschadigd geloof in kameraadschap en een litteken op mijn longen dat me tegenwoordig weer parten speelt.

Genesis I begint met: "De aarde nu was woest en ledig, en duisternis lag op den vloed, en de Geest Gods zweefde over de wateren". Waren die wateren er altijd al voordat het eigenlijke scheppen een aanvang nam ? Als God het mannelijk beginsel is, zijn de wateren het vrouwelijke...dan wordt het interessant. Vervolgens praat Marten Toonder met een Japanse tekenfilmer: "Yang left, spirit, creation is male. Yin right, matter, conceiving, female. In bible Yang is on top, white spirit of God. And yin is under." Ik zag daar zwart op wit afgebeeld wat ik gedacht had. Het mannelijke beginsel zweefde boven het vrouwelijke, als begin van de schepping en dat was wat me in de christelijke leer zo verbaasde: die mannelijke overheersing door dik en dun. God de here. God de vader. Het is geen wonder dat Michelangelo dit opperwezen heeft afgebeeld als een baardige grijsaard die niet van grapjes houdt - en ook niet van vrouwen.

"Men moet zoiets eerst eigenlijk rustig overdenken, voordat men toegeeft aan impulsen" zegt een boekhouder tegen hem, Marten Toonder van de Olie B. Bommel strip. Maar ik maakte hem duidelijk dat hij het verkeerd zag, en dat de impuls de hoofdzaak was. "Men handelt altijd uit een impuls", zei ik. En dan gaat men er later een redelijke grond aan geven. U weet dat misschien niet, maar zo werkt het menselijk brein. Intuïtief handelen en er dan bliksemsnel een verklaring voor vinden. De échte rede zit in de impuls".

Blz 547 “Er gebeurt veel meer dan de mensen weten en weet u wat zo moeilijk voor de bezetter is ? Ze kunnen het zich niet voorstellen, dat het allemaal kleine groepjes zijn die zo opereren. Ze zijn ervan overtuigd dat er 1 organisatie achter zit, want dat is het enige wat ze kennen: organisaties met een strak beleid. Ein fuhrer. Individueel storten ze in. En bij Nederlanders is het net andersom: die werken graag in kleine groepjes. Mensen die de baas spelen, moeten ze niet. “

Blz 785 Een bestuur van soldaten is natuurlijk al erg genoeg, maar een overheid van ambtenaren is nog weer heel wat anders. Die zorgen op keurige wijze voor het hele papierwezen, ze beheren heel ordelijk de archieven en er is maar weinig dat hun ontgaat. Omdat we het voorrecht hadden om na de oorlog een provincie van Duitsland te worden, hadden we dat burgerlijk bestuur gekregen. Daar plukken we nu nog de vruchten van, want volgens de statistieken zijn er verhoudingsgewijs de meeste Joden door Nederland geleverd. Dat hebben we aan de geschoolde administratie van de ambtenaren te danken. Toen kwam Cronkite met de foto’s in juni 45. Het was een bominslag. Phiny wendde haar gezicht af met en vertrokken gezicht, Jan schoof zijn stoel achterover en stak een sigaret op, Dick stond binnesmonds te vloeken met een foto in zijn handen. Maar Cronkite had gelijk gehad: dit was het einde van een gezellige avond. Het was meer. Dick van Veen raakte toen het laatste restje van zijn geloof kwijt, en hij was niet de enige. Het was niet alleen het geloof in een God, maar ook het geloof in de mens. Wanneer het mogelijk is dat een volk zoiets laat gebeuren zonder dat er een opstand uitbreekt, dan deugt niet alleen dat volk niet, maar dan is ieder volk tot dergelijke gruwels in staat.

Een tijdlang heb ik Duitsland gehaat, met dezelfde haat als de anderen. Maar de herinnering aan de goede Duitsers die ik ontmoet heb ontzenuwde die domme emotie. Dom ja. Dom is het om over “wij Nederlanders” te
praten, of over Turken, of over nsb-ers of joden of negers. Het is kopkleppraat die men in kroegen en vakantiekolonies aantreft. Ontwikkeling heeft er niets mee te maken. Het was de keurigheid van onze ambtelijke figuren die de grootste vijand was en nog steeds is. Maar ik haast mij daaraan toe te voegen dat er onder die standen ook sterke illegalen waren. Er is niets zo dom als generaliseren.


De gelukkige schizofreen, gerrit komrij
Het is of de mens er maar niet aan kan wennen over één en hetzelfde verschillende, vaak tegengestelde opinies op na te houden -vandaag deze, morgen die. De dood mag niet verschrikkelijk en geruststellend tegelijkertijd zijn. Hij kan walging niet als aangenaam ervaren. Of omgekeerd. Hij is, als volgeling van links, niet in staat te accepteren dat rechts verstandiger is. Of omgekeerd. Hij kent de mogelijkheid niet om de intense schurkachtigheid van de mens te bewonderen en te honen. Hij wil een systeem, waar hij vervolgens bang voor wordt.

Waarom zouden ideologische hoerigheid en diepgelovig ongeloof niet de natuurlijke staat van de mens zijn ? Waarom al die uitvluchten als hij anders doet dan hij denkt, anders voelt dan hij doet ? Waarom die afschuw van verschillende meningen over één en hetzelfde ? Waarom dat heilige ontzag voor mensen “die ergens voor staan” ? Voor systeemachtige luchtkastelen van concentratiekampen en rasverbetering ? Waarom jaloers op overtuiging en zekerheid ? Op een zogenaamd coherente gedachtengang ? Geluk is, net als onzekerheid, een natuurlijke staat. Het losse, wisselvallige, tegenstrijdige denken zou ons geen vrees horen in te boezemen maar kracht tegen “de overtuiging van despotisme” moeten geven. Leve de chaotische gladjanus van nature. Leve de ideale verwarring, het opinieloze labyrint. Ik weet niet wat rechts of links is. Ik voel me niet vervreemd of verscheurd. Ik aanvaard de versplintering van het wereldbeeld als een godsgeschenk. Ook ik ben een gelukkige schizo.




@@@@~~~~@@@@



BOTTOM UP ! dus van benee naar boofe leese


Babbel.
De toren van
oppervlakkigheid.
afs volgen ? Lof der
komt het dat zovelen sla
regels, maar denkt zelf. Hoe
volgt niet slaafs procedures en
procedures. Een (intelligent) mens
lfde pak, gevangenen van regels en
ijven ? De hele tweede kamer in hetze
wit-blauw gestreept boevenpak voorschr
regime, in Nederland aan Geert Wilders een
nationaliteit, met dat abominabele gevangenis-
voor mijn eigen wensen. Mag iemand met de Turkse
rustig lag ze naast me glimlachend toen ze mij troostte
zei de lieve hoer en ze trok mij in haar paddebekje binnen. Heel
De Toren van Babel en de fabel van Mabel. Kom in mijn spaarpotje

@@@@@@@@@


Niet morgen, maar nu.

Hoe functioneren mensen die vrij zijn van problematisch denken en gedrag ? Psycholgie kijkt vaak naar geestesziektes. In de onderstaande beschrijving wordt gekeken naar een geestelijk gezond individu.
Ze houden bijna van alles in het leven en verknoeien geen tijd met klagen of hopen dat iets anders was. Ze mopperen niet. Als het regent vinden ze het fijn. Als het heet is, accepteren ze de hitte en klagen er niet over. Ze nemen alles zoals het komt. Ze doen niet alsof en genieten van de realiteit. Vraag hen waar ze niet van houden en ze zullen het moeilijk vinden om een antwoord te verzinnen.
Hoewel plagen als ziekte, droogte, ongedierte, overstromingen en dergelijke door zulke mensen niet met gejuich worden begroet, klagen ze niet. Als er iets veranderen moet, zullen ze zich inspannen en daarvan genieten. Het zal moeilijk zijn iets te bedenken wat ze niet graag doen. Het zijn ware levensgenieters. Ze zijn vrij van schuldgevoelens en raken niet immobiel door gebeurtenissen uit het verleden. Ze kunnen toegeven dat ze fouten hebben gemaakt en proberen onproduktief gedrag in de toekomst te vermijden. Maar ze verspillen geen tijd door te wensen dat ze iets anders hadden gedaan of met van streek te zijn om iets wat ze in een eerder stadium van hun leven hebben gedaan.
Het volledig vrij zijn van schuldgevoelens is een van de kenmerken van gezonde individuen. Geen gelamenteer over het verleden en geen pogingen om anderen zich schuldig te laten voelen door het stellen van zinloze vragen als “waarom heb je het niet anders gedaan ?” “schaam je je niet ?”
Ze zien in dat aan het verleden niets meer te veranderen valt. Ze zijn zelf vrij van schuldgevoelens en zullen anderen ook nooit schuldgevoelens aanpraten. Treuren over het verleden versterkt een armzalig eigenbeeld. Je zult hun nooit anderen zien manipuleren door hen erop te wijzen hoe slecht ze zijn geweest en evenmin zul je hen met deze tactiek kunnen manipuleren. Ze zullen niet kwaad op je worden maar je negeren. Ze laten zich niet van streek maken.
Geestelijk gezonde mensen tobben nergens over. Omstandigheden die veel mensen gek maken, raken deze individuen nauwelijks. Ze maken geen plannen voor de toekomst en schuiven niets op de lange baan. Ze zijn niet noodzakelijk altijd de kalmte zelf, maar ze weigeren te tobben en te piekeren over iets dat buiten hun macht ligt. Ze zijn erg georiënteerd op het heden en het is raar en zinloos om hun actuele momenten te besteden aan gepieker en getob. Ze voelen zich niet bedreigd door het onbekende, ze zoeken juist ervaringen die nieuw en onbekend voor hun zijn. Ze houden van verrassingen. Ze weten dat het heden alles is wat ze hebben. Ze leven niet toe naar een gebeurtenis in de toekomst, maar genieten hier en nu. Het is dwaas om met genieten te wachten. Ze hebben geen last van zelfverwijt. Het is een natuurlijke manier van leven, zoals een kind of een dier. Ze hebben het druk met het benutten van actuele momenten terwijl de meeste mensen hun leven lang op geluk wachten en het nooit weten te grijpen.
Deze gezonde mensen zijn uiterst onafhankelijk. Het zijn geen “nestblijvers” en vinden dat in alle relaties onafhankelijkheid boven afhankelijkheid moet gaan. Ze koesteren geen bepaalde verwachtingen, hun relaties zijn gebaseerd op wederzijds respect van het individu zelf te mogen beslissen. Wanneer ze van iemand houden, dringen ze hun partner geen normen op. Ze zijn erg op hun privacy gesteld, wat anderen het gevoel kan geven afgewezen te worden. Ze zijn van tijd tot tijd graag alleen en zullen alles doen om hun privacy te beschermen. Je zult merken dat deze mensen geen talrijke verhoudingen hebben. Ze zijn selectief. Afhankelijke of ongezonde mensen zullen niet gauw van hun houden omdat ze zo op hun vrijheid zijn gesteld. Als iemand hen nodig heeft, verwerpen ze een dergelijk behoefte als pijnlijk voor zowel de ander als henzelf. Ze willen dat degenen van wie ze houden onafhankelijk zijn, hun eigen keuzes maken en hun eigen leven leiden. Hoewel ze van anderen genieten en graag bij hun zijn, willen ze ook dat die anderen het zonder ruggesteuntje kunnen stellen. Op het moment dat je op deze mensen gaat steunen, zul je merken dat ze zich terugtrekken, eerst emotioneel en tenslotte ook fysiek. Ze weigeren in een relatie met een volwassene afhankelijk te worden of toe te staan dat de ander afhankelijk van hen wordt. In hun relaties met kinderen zijn ze uiterst zorgzaam, maar vanaf het allereerste begin moedigen ze zelfvertrouwen aan terwijl ze iedere nieuwe stap met veel liefde begeleiden.

Bij deze gelukkige, zichzelf verwezenlijkende mensen zal je opvallen dat ze geen waardering zoeken. Ze kunnen functioneren zonder de waardering of de bijval van anderen. Ze zijn niet gesteld op eerbetoon zoals de meeste mensen. De mening van anderen deert hen niet, het kan hen weinig schelen of iemand anders instemt met wat ze doen of zeggen. Ze proberen niet anderen te schokken, noch hun waardering te winnen. Het zijn mensen die zo vanuit zichzelf gericht zijn dat ze zich letterlijk niet bekommeren over wat anderen van hun gedrag vinden. Ze zijn niet gevoelig voor applaus en waardering; ze schijnen het niet nodig te hebben. In hun eerlijkheid kunnen ze bijna onbeleefd zijn omdat ze dat wat ze zeggen niet verpakken in zorgvuldig afgewogen zinnen bedoeld om anderen te behagen. Als je wilt weten wat ze denken, dan hoor je dat precies. Omgekeerd, wanneer je iets ten nadele van hen zegt, zullen ze niet van streek raken. Ze hebben het niet nodig dat iedereen van hen houdt; evenmin hebben ze het onzinnige verlangen waardering te oogsten voor alles wat ze doen. Ze zullen de gegevens die jij aandraagt accepteren, ze beoordelen volgens hun eigen waardesysteem en ze gebruiken om te groeien. Ze zijn in zoverre ongewoon dat ze functioneren zoals zij -en niet anderen- dat willen.

Ze kiezen zelf, ze kunnen zinloze regels overtreden en kleine sociale verplichtingen met schouderophalen afdoen. Het zijn geen mensen van recepties en small talk. Ze zijn zichzelf en hoewel de maatschappij een belangrijk onderdeel is van hun bestaan, weigeren ze erdoor te laten ringeloren of er een slaaf van te worden. Ze rebelleren niet tegen regels, maar weten hoe ze op verstandige wijze de regels kunnen negeren of creatief gebruiken.

Ze weten te lachen en anderen te laten lachen. Het zijn geen serieuze zwaarwichtige mensen die zich somber en grimmig door het leven worstelen, ze worden vaak verweten op de verkeerde momenten luchthartig te zijn. Ze houden van humor en toch heeft hun humor nooit iets vijandigs; nooit zullen ze lachen ten koste van een ander. Ze lachen mensen niet uit, maar lachen met hen. Ze lachen om het leven en zien het als een grote g(r)ap. Wanneer ze een stapje achteruit doen en naar het leven kijken weten ze dat ze niet naar een bepaalde plaats in het bijzonder gaan. Af en toe staan ze er bij stil dat de dood de eindbestemming is, maar die hoort erbij, dat is de natuur.

Het zijn mensen die zichzelf zonder klagen accepteren: kaal, dik, lang, klein, krullend haar als een schaap, het zijn allemaal net mensen. Ze accepteren de wereld en zichzelf zoals die is. Boos of verdrietig zijn ze niet heel vaak, omdat woede en verdriet erop gebaseerd zijn dat andere mensen zich niet gedragen zoals jij dat gewenst/verwacht had. Ze houden van de natuur en zwerven er graag rond. Ze voelen zich daar thuis. Ze hebben inzicht in het gedrag van anderen en wat complex lijkt en voor anderen onontwarbaar, is voor hen duidelijk en begrijpelijk. De problemen die zovelen verlammen, worden door deze mensen als kleine moeilijkheden gezien. Ze hebben ook inzicht in zichzelf en zien direct wat anderen hen proberen aan te doen. Hun emotionele wereld draait niet om problemen. Ze hebben een sterk innerlijk gevoel van eigenwaarde en daardoor kunnen alle externe problemen objectief worden bekeken zodat ze niet als een bedreiging van hun waarde worden gezien. Gezonde, onafhankelijke mensen weten niet hoe ze bedreigd kunnen worden en juist dit kenmerk kan hen voor anderen bedreigend maken. Het zijn frontsoldaten in de strijd voor maatschappelijke veranderingen, maar toch nemen ze niet elke avond hun strijd mee naar bed als een kweekplaats voor hartafwijkingen, maagzweren en andere lichamelijke kwalen.

Ze zien liegen als een verstoring van hun eigen realiteit en daarom zijn het eerlijke mensen. Ze hebben geen zin zichzelf of anderen te misleiden. Ze schuiven de schuld niet op anderen. Ze zijn intern gericht en weigeren de verantwoordelijkheid voor wat ze zijn op anderen te schuiven. Ze praten niet over mensen, ze praten met mensen. Mensen van de daad doen. Critici klagen en bekritiseren andere mensen.

In het leven van deze mensen is weinig plaats voor orde, organisatie of systemen. Ze bezitten zelfdiscipline, maar zaken en mensen hoeven niet te voldoen aan hun eigen opvattingen. Ze dringen anderen geen regels op. Ze bekommeren zich niet om netheid en orderlijkheid (is dat een nederlands woord : orde moet het zijn). Als iets niet loopt zoals ze graag zouden willen, dan is dat ook goed. Organisatie is een nuttig middel, maar geen doel op zich. Z e pakken alles op hun eigen unieke manier aan, of het nu een rapport schrijven, soep maken of het gras maaien is. Ze schakelen bij alles hun verbeeldingskracht in en het gevolg is een creatieve benadering. Ze raadplegen geen handboeken of experts; ze pakken eenvoudigweg het probleem aan zoals zij denken dat het moet. Dat is creativiteit en dat hebben ze allemaal. Ze hebben een onuitputtelijke energie en willen helemaal opgaan in hun activiteiten of werk. Ze weten niet wat verveling is, daarvoor houden ze teveel van het leven. Ze zijn buitengewoon nieuwsgierig, nooit weten ze genoeg. Ze bekommeren zich er niet om of ze het goed of verkeerd doen.Bij de kapper willen ze alles over zijn vak weten; ze voelen zich nooit hoger en beter dan anderen en lopen nooit met hun verdiensten te koop in de hoop bewonderd te worden. Ze leren van kinderen, effectenhandelaren en dieren. Ze willen weten wat het betekent lasser, kok, wielrenner, directrice of voetballer te zijn. Ze weten nooit genoeg en ze weten niet hoe ze zich snobistisch of superieur moeten gedragen, omdat ze zich dat nooit voelen. Elke persoon, elke gebeurtenis is een gelegenheid om meer te weten te komen. En in hun interesses zijn ze agressief, ze wachten niet op informatie, ze gaan erachter aan.

Ze zijn niet bang om te falen. Ze zijn er vaak blij mee. Ze stellen slagen in een onderneming niet gelijk met geslaagd zijn als mens. Hun eigenwaarde komt van binnenuit. Falen, of hoe een ander dat ziet, kan de eigenwaarde niet aantasten. Andere mensen behoorden zich niet anders te gedragen en gebeurtenissen hoefden niet anders te verlopen. Ze accepteren anderen zoals ze zijn en proberen situaties te veranderen die hun niet aanstaan. Woede is dus niet mogelijk omdat er geen verwachtingen zijn. Ze hebben geen behoefte om zich te laten gelden en spelen geen spelletjes om indruk te maken op anderen. Ze zoeken geen waardering van anderen door hun kleding. Ze hebben iets eenvoudigs, iets natuurlijks. Ze zetten hun standpunt uiteen, luisteren naar anderen en zien in dat het dwaas is proberen iemand anders te overtuigen. Hun waarden zijn niet lokaal, ze identificeren zich niet met familie, buurt, gemeenschap, stad, provincie of land. Het zijn geen chauvinisten, ze zien zichzelf als deel van de mensheid. Ze overschrijden traditionele grenzen, waardoor anderen hen soms rebellen of verraders noemen.

Ze hebben geen helden of idolen. Alle mensen zijn menselijk en stellen in belangrijkheid niemand boven zichzelf. Wanneer iemand anders meer privileges heeft, zien ze dat als een voordeel voor die persoon en niet als een reden om zelf ongelukkig te zijn. Ze staan er niet op dat iedereen gelijk wordt behandeld, streven daar wel naar, maar zoeken innerlijk hun geluk.

Deze individuen houden van zichzelf, ze behandelen zichzelf goed, eten goed en doen aan sport. Geen plaats voor zelfmedelijden, zelfverwerping of zelfhaat. Als je hun vraagt "hou je van jezelf ?" krijg je het antwoord "Natuurlijk!". Qua jaloezie hebben ze hun eigen innerlijke geluk en het is ongunstig om je geluk af te laten hangen van een ander. Het zijn zeldzame vogels. Elke dag is een verrukking, alle actuele momenten beleven ze intens. Mensen die geen probleemgebieden hebben, jagen het geluk niet na: ze leven en geluk is hun beloning.


                                   MARGUẼRITE





@@@@@@@@@@@@@@


SCHAAP (als contrast met het voorafgaande)

Als een schaap in de sloot raakt, dan verdrinkt het bijna meteen. Zonder enig moment haar best te doen om aan de dood te ontsnappen. Probeer je het te redden, dan beseft het beest dat totaal niet. Ondertussen staat de kudde schapen er sprakeloos omheen en ze kijken je met hun lieve blo-ogen glazig aan. Het lijkt wel of schapen het verschijnsel stupiditeit uitgevonden hebben.

Uitgerekend dit ongeëvenaarde toppunt der domheid onder de zoogdieren dient door de hele bijbel heen als metafoor om de gelovige aan te duiden. Overal wordt de gelovige met een schaap vergeleken.
Waarom laat de gelovige zich dat gebeuren, dat zij continu met het toppunt van sulligheid vergeleken wordt ? Zou het misschien zijn omdat zij diep in haar hart beseft wel een jantje onnozel te zijn om al die onbedaarlijke apekool en lariekoek ook maar één moment serieus te nemen ?

Zoveel is zeker: hoe dommer je bent, hoe gemakkelijker het valt om te geloven. In die ene god, in de liefde, in een te oude man van 55, in een te jonge vrouw van 22. Dus is die bijbelse schaapmetafoor doeltreffend, vooral ook qua kuddementaliteit van een mens. Geen 1 schaap zondert zich fier af en gaat zijn eigen weg. Misschien is die kuddementaliteit nog onuitstaanbaarder dan die verpletterende onnozelheid. Overal in de bijbel wordt die kuddementaliteit echter als een groot goed gezien."1 kudde, 1 herder", je maag draait erbij om.

Zou het feit dat jezus de gelovigen vergelijkt met schapen misschien kunnen wijzen op ironie ? Zou hij het ook onuitstaanbaar vinden dat al die gelovigen zo achter hem aansjokken en zou hij dat heel voorzichtig zo subtiel ironisch duidelijk hebben willen maken ?

Merkwaardig dat god zoveel verschillende godsdiensten heeft gecreëerd. Zoveel mannen, zoveel vrouwen, zoveel meningen, zoveel godsdienst. Om het ons een beetje moeilijk te maken ? Tot oorlog aan toe. Er is geen ander boek als de bijbel waaruit blijkt hoe weinig een leven waard is. Of de wijze waarop in de bijbel over vrouwen geschreven wordt, minderwaardig aan een ezel of schaap.


~~~~~~~~~~~~~~~~V~~~~~~~~Ṽ~~~~~~~ ~~~~~~~~~



REGELS EN WETTEN VERDWAZEN , 2007 verschreven

Gödel, Escher, Bach. Alledrie zochten zij naar de paradox in de regels, de merkwaardige lus. Denk aan de Waterval van Escher, of de hand die zichzelf tekent. Een mens is meer dan een computer omdat hij op afstand naar zichzelf kan kijken en bijvoorbeeld kan concluderen dat hij dom bezig is. Bach probeerde onmogelijke nieuwe dingen uit. Een canon met zeven stemmen die bovendien nu en dan synchroon lopen. Gödel besefte dat alle consistente axiomatische formuleringen van de getaltheorie onbeslisbare proposities bevatten. Of: deze uitspraak in de getaltheorie heeft geen enkel bewijs in het stelsel van de Principia Mathematica (gigantisch wiskundig werk van Bertrand Russell en Alfred North Whitehead). Iets over priemgetallen en de onmogelijkheid om een bewijs te vinden. Even buiten de wiskundige regels en wetten gaan staan, daar komt het op neer.
Is daarom Jazz zo leuk ? Of andere stromingen die spotten met regels en wetten, of ze misbruiken, of andersom gebruiken ? Meestal moeten die wetten en regels bij de maker van iets nieuws zeer goed bekend zijn voordat je er grapjes mee uit kunt halen. Iets vernieuwen.

Integriteit: je gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt. Dat wil zeggen: de regels volgen en meer: de regels moeten volgens de menselijke maat uitgevoerd worden, met behulp van een goede interpretatie (anderen behandelen zoals je zelf behandeld wilt worden). Anders deugen de regels niet.
Wouter Bos heeft het daar ook over in zijn boek "dit land kan zoveel beter". Daar waar regels creatief gebruikt worden of daar waar de regels/wetten aan de kant worden gezet om iets beters voor elkaar te krijgen, daar heb je successen en iets nieuws, van school tot overheidsinstelling of bedrijf. Vernieuwing of een nieuwe doorbraak bereik je door op afstand te bekijken of regels werken en als dat niet het geval blijkt ze te doorbreken of anders uit te leggen.
Klasse justitie: Cor Boonstra kaapt miljoenen weg bij Philips en regelt vervolgens via een belgische bank de aankoop van aandelen endemol omdat zijn vriendin Sylvia Toth indertijd heeft verteld dat Telefonica ze gaat kopen tegen een beduidend hogere prijs. Sjoemelaars. Maar de rechter oordeelt dat er geen sprake is geweest van voorkennis. De prachtige elite. Grote bewondering van Rutte en de vvd. Geld is de enige ware god. Mammon. Prachtig, kaerl !



@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@


Barbertje moet hangen

GERECHTSDIENAAR. Mynheer de rechter, daar is de man die Barbertje vermoord heeft. 

RECHTER. Die man moet hangen. Hoe heeft hij dat aangelegd? 

GERECHTSDIENAAR. Hy heeft haar in kleine stukjes gesneden, en ingezouten. 

RECHTER. Daaraan heeft hy zeer verkeerd gedaan. Hymoet hangen. 

LOTHARIO. Rechter, ik heb Barbertje niet vermoord! Ik heb haar gevoed en gekleed en verzorgd. Er zijn getuigen die verklaren zullen dat ik 'n goed mens ben, en geen moordenaar. 

RECHTER. Man, ge moet hangen! Ge verzwaart uw misdaad door eigenwaan. Het past niet aan iemand die ... van iets beschuldigd is, zich voor 'n goed mens te houden. 

LOTHARIO. Maar, rechter, er zijn getuigen die het zullen bevestigen. En daar ik nu beschuldigd ben van moord ... 

RECHTER. Ge moet hangen! Ge hebt Barbertje stukgesneden, ingezouten, en zyt ingenomen met uzelf... drie kapitale delicten! Wie zyt ge, vrouwtje? 

VROUWTJE. Ik ben Barbertje. 

LOTHARIO. Goddank! Rechter, ge ziet dat ik haar niet vermoord heb! 

RECHTER. Hm ... ja ... zo! Maar het inzouten? 

BARBERTJE. Nee, rechter, hij heeft me niet ingezouten. Hij heeft my integendeel veel goeds gedaan. Hy is 'n edel mens! 

LOTHARIO. Ge hoort het, rechter, ze zegt dat ik 'n goed mens ben. 

RECHTER. Hm ... het derde punt blyft dus bestaan. Gerechtsdienaar, voer die man weg, hij moet hangen. Hy is schuldig aan eigenwaan. Griffier, citeer in de premissen de jurisprudentie van Lessings patriarch. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten